Route 1. meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling bij onveiligheid of geweld door naasten.

Stap 0. Acties bij levensbedreigende situaties

Verantwoordelijk

Handelverantwoordelijk:

    • Medewerker profiel 1 (Signaalverantwoordelijk)
    • Medewerker profiel 2 (Signaal- en handelverantwoordelijk)
    • Leidinggevende in geval van agressie van mogelijke pleger naar medewerker en/of andere cliënten.

Adviesverantwoordelijk:

    • Deskundige medewerker profiel 2 adviseert medewerkers profiel 1 en 2.
    • Aandachtsfunctionaris adviseert medewerkers profiel 2 en leidinggevende.

Acties

  1. Blijkt uit waarneming of informatie dat er acuut gevaar dreigt:
    • Contact politie op telefoonnummer 112 en/of
    • Contact ambulance op telefoonnummer 112 en/of
    • Contact het Crisis Interventieteam GGZ en/of
    • Contact de crisisdienst Veilig Thuis, crisisinterventieteam of de Raad voor de Kinderbescherming.
  2. Breng de betrokkene in veiligheid als dat mogelijk is en let daarbij op de eigen veiligheid en de veiligheid van andere cliënten.
  3. Indien de veiligheid van medewerker(s) en of andere cliënten in gevaar is, wordt het agressieprotocol van de organisatie gevolgd.
  4. Documenteer:
    • feitelijke signalen waardoor het vermoeden op een levensbedreigende situatie is ontstaan.
    • welke actie is ondernomen.
    • de afspraken die zijn gemaakt over het vervolg.
  5. Ga door naar stap 1.

Stap 1. Breng signalen in kaart

Verantwoordelijk

Handelverantwoordelijk:

    • Medewerker profiel 1 (Signaalverantwoordelijk)
    • Medewerker profiel 2 (Signaal- en handelverantwoordelijk)
    • Leidinggevende in geval van agressie van mogelijke pleger naar medewerker en/of andere cliënten.

Adviesverantwoordelijk:

    • Deskundige medewerker profiel 2 adviseert medewerkers profiel 1 en 2.
    • Aandachtsfunctionaris adviseert medewerkers profiel 2 en leidinggevende.

Acties

  1. Constateer de (mogelijke) signalen.
  2. Toets of onderbuikgevoelens onderbouwd kunnen worden door feiten.
  3. Stel vast welke feiten je hebt geconstateerd.
  4. Bedenk welke informatie nog nodig is om een inschatting te maken.
  5. Bedenk wie er betrokken dienen te worden (let op gezaghebbende ouder, mentor of curator).
  6. Ga in gesprek met de betrokkene en/of diens vertegenwoordiger:
    • Deel deze feiten en vraag naar herkenning.
    • Verhelder de situatie en stel verdiepingsvragen en maak hierbij eventueel gebruik van verdiepingsinstrumenten.
    • Vat de kernpunten samen en stel vervolgacties vast: collegiale consultatie, consultatie met expert, inzet procesregie en/of (spoed)hulpverlening en concrete tijdsafspraken over terugkoppeling en vervolg.
  7. Voer de kindcheck of mantelzorgcheck uit als je met kwetsbare adolescenten, volwassenen en/of ouderen werkt die in een (medische) situatie verkeren die minderjarige kinderen of partners (ernstige) schade kan toebrengen.
  8. Documenteer:
    • feitelijke signalen waardoor het vermoeden van huiselijk geweld ontstaat.
    • met wie een gesprek is gevoerd over de signalen.
    • de reactie van de betrokkene en/of diens vertegenwoordiger op deze signalen.
    • de afspraken die zijn gemaakt over een eventueel vervolg.
  9. Ga door naar stap 2.

Stap 2. Overleg met deskundige professional(s) en/of Veilig Thuis

Verantwoordelijk

Handelverantwoordelijk:

    • Medewerker profiel 1 (Signaalverantwoordelijk)
    • Medewerker profiel 2 (Signaal- en handelverantwoordelijk)
    • Leidinggevende in geval van agressie van mogelijke pleger naar medewerker en/of andere cliënten.

Adviesverantwoordelijk:

    • Deskundige medewerker profiel 2 adviseert medewerkers profiel 1 en 2.
    • Aandachtsfunctionaris adviseert medewerkers profiel 2 en leidinggevende.

Acties

  1. Overleg met een deskundige collega of aandachtsfunctionaris over:
    • feitelijke signalen, krachten en zorgen ten aanzien van signalen van (ex-)partnergeweld, kindermishandeling of ouderenmishandeling.
    • welke vervolgacties nodig zijn.
    • eventuele consultatie bij een expert.
    • het vaststellen van de veiligheidsvoorwaarden.
    • welke vervolgstappen nodig zijn als resultaat uitblijft.
  2. En/of consulteer een expert over:
    • (ex-)partnergeweld, kindermishandeling of ouderenmishandeling: aandachtsfunctionaris lokaal team, Veilig Thuis of een andere deskundig professional.
    • Eergerelateerd geweld (EGG): taakaccenthouder EGG bij de politie of Veilig Thuis.
    • Vrouwelijke genitale verminking (VGV): AF VGV bij de GGD of Veilig Thuis.
    • Fysiek letsel bij een vermoeden van mishandeling: vertrouwensarts bij Veilig Thuis of forensisch- of kinderarts in het ziekenhuis.
    • Aangewezen functionaris overlegt en stem indien nodig af met de politie over een mogelijk strafbaar feit.
  3. Documenteer:
    • wie er om advies is/zijn gevraagd en hoe het advies luidt.
    • waarom er eventueel is afgeweken van de adviezen.
  4. Ga door naar stap 3.

Stap 3. Bespreek met de betrokkene en/of diens vertegenwoordiger

Verantwoordelijk

Handelverantwoordelijk:

    • Medewerker profiel 1 (Signaalverantwoordelijk)
    • Medewerker profiel 2 (Signaal- en handelverantwoordelijk)
    • Leidinggevende in geval van agressie van mogelijke pleger naar medewerker en/of andere cliënten.

Adviesverantwoordelijk:

    • Deskundige medewerker profiel 2 adviseert medewerkers profiel 1 en 2.
    • Aandachtsfunctionaris adviseert medewerkers profiel 2 en leidinggevende.

Acties

  1. Bereid het gesprek voor:
    • Stel het doel vast.
    • Bedenk welke feiten je gaat benoemen.
    • Bedenk wat er minimaal moet gebeuren.
    • Stel vast wie er betrokken dienen te worden (let op gezaghebbende ouder, mentor of curator).
  2. Ga in gesprek met de betrokkene en/of diens vertegenwoordiger:
    • Deel feitelijke signalen, krachten en zorgen.
    • Verhelder de situatie.
    • Inventariseer de krachten en zorgen specifiek gericht op (on) veiligheid en maak eventueel veiligheidsvoorwaarden en -afspraken.
    • Leg vast in een plan en stel een evaluatiemoment vast.
    • Geef aan als er een terugkoppeling volgt naar de gedragskundige, aandachtsfunctionaris, Veilig Thuis of andere deskundige professional.
  3. Documenteer:
    • met wie een gesprek is gevoerd over de signalen.
    • de reactie van de betrokkene en/of diens vertegenwoordiger op deze signalen.
    • de afspraken die zijn gemaakt over een eventueel vervolg.
    • indien een melding is aangekondigd, de reactie op deze melding.
    • indien is besloten om geen contact over de signalen te hebben, voeg dan de redenen voor dit besluit toe.
  4. Ga door naar stap 4.

Stap 4. Weeg de onveiligheid en/of het geweld

Verantwoordelijk

Handelverantwoordelijk:

    • Medewerker profiel 1 (Signaalverantwoordelijk)
    • Medewerker profiel 2 (Signaal- en handelverantwoordelijk)
    • Leidinggevende in geval van agressie van mogelijke pleger naar medewerker en/of andere cliënten.

Adviesverantwoordelijk:

    • Deskundige medewerker profiel 2 adviseert medewerkers profiel 1 en 2.
    • Aandachtsfunctionaris adviseert medewerkers profiel 2 en leidinggevende.

Acties

  1. Beoordeel de veiligheidssituatie en beantwoord de vijf afwegingsvragen:
    • Doe dit in samenspraak met een deskundig professional zoals de gedragswetenschapper, teamleider en/ óf aandachtsfunctionaris huiselijk geweld en/óf
    • Weeg met een risicotaxatieinstrument uitgevoerd door een geschoolde professional en/óf
    • Door een (telefonische) consultatie met Veilig Thuis en/ óf
    • Door een (telefonische) consultatie met de Gecertificeerde Instelling.
  2. Doorloop het afwegingskader:
    • Afweging 1. Heb ik een vermoeden van / is er sprake van huiselijk geweld? Nee: Sluit af en leg vast in dossier of ja: Ga verder met afweging 2
    • Afweging 2. Heb ik een vermoeden van / is er sprake van acuut en/of structurele onveiligheid? Nee: Ga verder met afweging 3 of ja:  Meld bij Veilig Thuis.
  3. Documenteer:
    • de weging die is gemaakt op basis van de beschikbare informatie.
    • het toe leiden naar passende hulp en het besluit of er een melding wordt gedaan en de inhoud van de melding en de gemaakte afspraken.
  4. Ga door naar stap 5.

Stap 5. Beslis over melden en hulpverlenen

Verantwoordelijk

Handelverantwoordelijk:

    • Medewerker profiel 1 (Signaalverantwoordelijk)
    • Medewerker profiel 2 (Signaal- en handelverantwoordelijk)
    • Leidinggevende in geval van agressie van mogelijke pleger naar medewerker en/of andere cliënten.

Adviesverantwoordelijk:

    • Deskundige medewerker profiel 2 adviseert medewerkers profiel 1 en 2.
    • Aandachtsfunctionaris adviseert medewerkers profiel 2 en leidinggevende.

Acties

  1. Beoordeel de veiligheidssituatie en beantwoord de vijf afwegingsvragen, eventueel met Veilig Thuis:
    • Afweging 3. Ben ik in staat effectieve hulp te bieden of organiseren? Nee: Meld bij Veilig Thuis of ja: Ga verder met afweging 4.
    • Afweging 4. Werken betrokkenen mee aan de geboden of georganiseerde hulp? Nee: Meld bij Veilig Thuis of ja: Bied of organiseer hulp, ga verder met afweging 5.
    • Afweging 5. Leidt deze hulp tot duurzame veiligheid? Nee: Meld (opnieuw) bij Veilig Thuis of ja: Vervolg hulp met afspraken over het volgen van toekomstige (on)veiligheid met betrokkenen.
  2. Beslis:
    • Is melden noodzakelijk? Zo ja, meld bij Veilig Thuis én
    • is hulpverlening (ook) mogelijk? Zo ja, organiseer hulp.
  3. Als je betrokken blijft, monitor je de situatie door de afwegingsvragen steeds opnieuw te doorlopen totdat er duurzame veiligheid is.
  4. Documenteer:
    • de weging die is gemaakt op basis van de beschikbare informatie.
    • het toe leiden naar passende hulp en het besluit of er een melding wordt gedaan en de inhoud van de melding en de gemaakte afspraken.
  5. Ga door naar stap 6.

Stap 6. Als zorgen blijven

Verantwoordelijk

Handelverantwoordelijk:

    • Medewerker profiel 1 (Signaalverantwoordelijk)
    • Medewerker profiel 2 (Signaal- en handelverantwoordelijk)
    • Leidinggevende in geval van agressie van mogelijke pleger naar medewerker en/of andere cliënten.

Adviesverantwoordelijk:

    • Deskundige medewerker profiel 2 adviseert medewerkers profiel 1 en 2.
    • Aandachtsfunctionaris adviseert medewerkers profiel 2 en leidinggevende.

Acties

  1. Als zorgen blijven nadat je de klant hebt toegeleid naar hulpverlening:
    • Blijf de betrokkene volgen. Als de signalen en zorgen blijven bestaan of zich opnieuw voordoen, handel je opnieuw volgens de meldcode.
    • Wanneer de (reeds bestaande) hulp niet voldoende blijkt te zijn, dan bespreek je dit met de betrokkene. Neem contact met Veilig Thuis op om de signalen te wegen en te besluiten of een melding gewenst is. Als je een melding gaat doen, geef je dit aan bij de betrokkene en/of diens vertegenwoordiger.
  2. Indien zorgen blijven na een melding bij Veilig Thuis:
    • Als het goed is neemt Veilig Thuis na enige tijd contact met de melder op om te laten weten welke actie er is genomen en welke afspraken er zijn gemaakt. Wees hier ook proactief in en neem zelf contact met hen op wanneer je wacht op terugkoppeling.
    • Blijf de betrokkene volgen. Als de signalen en zorgen blijven bestaan of zich opnieuw voordoen neem je opnieuw contact op met Veilig Thuis en bespreekt dat er (nog altijd / opnieuw) signalen zijn. Je kunt het advies krijgen nogmaals een melding te doen.  Als je een melding gaat doen, geef je dit aan bij de betrokkene en/of diens vertegenwoordiger.
  3. Indien de betrokkene en/of diens vertegenwoordiger hulp weigert:
    • Wanneer je signalen van huiselijk geweld waarneemt en de betrokkene en/of diens vertegenwoordiger weigert iedere hulp, dan doe je altijd een melding bij Veilig Thuis. Je geeft bij de betrokkene en/of diens vertegenwoordiger aan dat je een melding doet.
  4. Indien de betrokkene verhuist naar een andere woonplaats:
    • Wanneer je signalen van huiselijk geweld waarneemt en de betrokkene verhuist naar een andere gemeente, dan kun je met toestemming van de betrokkene en/of diens vertegenwoordiger contact opnemen met de collega (organisatie) in de nieuwe woonplaats om de hulp warm over te dragen.
    • Wanneer de betrokkene en/of diens vertegenwoordiger geen toestemming geeft voor overdracht, dan doe je een melding bij Veilig Thuis.
    • Indien de betrokkene al bij Veilig Thuis bekend is, dan neemt Veilig Thuis contact op met Veilig Thuis in de nieuwe woonplaats en draagt de informatie over.
  5. Documenteer.