Gezinssamenstelling

Sophie (18 jaar) en Milan (21 jaar)

Situatie

Op een ochtend komt Sophie niet opdagen op school. Een vriendin maakt zich zorgen en vertelt aan een docent dat ze haar gisteren nog gesproken heeft. “Ze klonk niet goed,” zegt ze. “Milan was boos omdat ze met ons had afgesproken. Nu reageert ze niet meer.”

De volgende dag komt Sophie terug op school. Een docent neemt haar apart en vraagt hoe het met haar gaat. Eerst zegt ze dat alles goed is, maar als de docent doorvraagt, schieten haar ogen vol tranen.

“Milan wil gewoon het beste voor me,” fluistert ze. “Maar soms… wordt hij boos. Hij zegt dat ik alleen met hem moet zijn. En als ik hem niet meteen antwoord, raakt hij in paniek.” Haar stem breekt en ze kijkt naar beneden. “Hij heeft me een keer vastgegrepen… en geschreeuwd. Maar hij zegt dat het mijn schuld is, omdat ik hem onzeker maak.”

Ze vraagt of de docent dit tussen hen kan houden, omdat ze bang is voor Milans reactie. Ze zegt dat hij van haar houdt en dat ze hem niet kwijt wil.

Ondertussen worstelt Milan met zijn emoties. Hij wil niet dat Sophie bang voor hem is, maar hij weet niet hoe hij moet stoppen. Hij heeft haar nodig, en zonder haar voelt hij zich machteloos. Hij rechtvaardigt zijn daden voor zichzelf: een man moet zijn vriendin onder controle houden, anders loopt ze weg. 

 

Vragen

  • Stap 1. Welke signalen heb je in kaart gebracht?
  • Stap 2. Ga je overleggen met deskundig professional, aandachtsfunctionaris en/of Veilig Thuis?
  • Stap 3. Ga je in gesprek met betrokkene(n)? Zo ja, waarover?
  • Stap 4. Ga je de onveiligheid met het afwegingskader wegen? Zo ja, wat komt uit de weging?
  • Stap 5. Neem je een besluit tot hulp organiseren en melden bij Veilig Thuis? Zo ja, welk besluit?
  • Leg je informatie vast in het dossier?